Glucosespiegel

Leestijd: 7 minuten / Kijktijd: 7 minuten

Glucose is de stof die we via onze voeding binnenkrijgen als we koolhydraten eten. Dat zit onder andere in aardappelen, brood, pasta, peulvruchten, bonen, groenten en fruit. Deze voedingsstof wordt verteerd en opgenomen in de darm, waardoor de glucose in het bloed terechtkomt. 

Als verpleegkundige kan je aan de hand van deze theorie over de glucosespiegel beredeneren wat er misgaat in het ziektebeeld bij diabetes mellitus en welke hormonen hierbij een rol spelen.

Als onderdeel van homeostase wordt de normaalwaarde van glucose in het bloed binnen strenge grenzen gehouden. Wanneer de waarde hierboven of -onder komt, dan spreken we van een afwijkende glucosespiegel. We hebben het dan over een te hoge glucosespiegel = een hyperglycemie. Of een te lage glucosespiegel = een hypoglycemie. 

De regeling van de glucosespiegel gebeurt vanuit de pancreas (de alvleesklier). Deze heeft twee functies: de exocriene en de endocriene functie.

  1. De exocriene functie is het aanmaken van pancreassap met daarin amylase, lipase, trypsine, protease, en bicarbonaat (een base om het zuur uit de maag te bufferen). 
  2. De endocriene functie regelt de glucosespiegel door de aanmaak van de hormonen insuline, glucagon en somatostatine. Dit gebeurt in de eilandjes van Langerhans, die tussen alle exocriene cellen liggen.

In de eilandjes van Langerhans zitten:

  • Alfa-cellen die glucagon maken. Glucagon verhoogt de glucosespiegel.
  • Bèta-cellen, welke insuline maken en daarmee de glucosespiegel kunnen verlagen.
  • Delta cellen die somatostatine maken. Deze heeft als taak de balans tussen glucagon en insuline te bewaren. 

Daarnaast zien we in de eilandjes van Langerhans bloedvaatjes zitten om de hormonen aan- en af te voeren en zenuwuiteinden van het sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel om dit alles aan te sturen.

Wat doet insuline?

Insuline zorgt ervoor dat de glucosespiegel daalt, omdat de glucose van het bloed naar de cel gaat. Wat je ziet is dat als de glucosespiegel te hoog wordt, de beta cellen insuline gaan afgeven. Na het eten stijgt je glucosespiegel, omdat de voedingsstoffen (waaronder glucose) zijn opgenomen. Insuline speelt dus voornamelijk een rol in tijden van overvloed, wanneer het lichaam overgaat op bouwen, groeien en opslag. Dit noemen we ook wel anabolisme en zie je terug in de functies van insuline:

  • Glucose wordt opgenomen in de cellen en verbruikt om ATP te maken;
  • Glucose wordt omgezet naar glycogeen; de opslagvorm van glucose. Dit proces noemen we glycogenese en gebeurt in de lever en skeletspieren;
  • Stimuleren van de opname van aminozuren uit eiwitten in de cellen;
  • Bevorderen van de aanmaak van vetzuren en de opslag van vet;
  • Remmen van het verbruik van voorraden, omdat er voldoende glucose ter beschikking is. Hierbij wordt dus geen glycogeen meer omgezet naar glucose en de afbraak van eiwitten en vetten wordt voorkomen. De voorraden worden bewaard voor tijden van schaarste.


Het effect hiervan is dat de glucosespiegel daalt en de homeostase weer is hersteld.

Wat doet glucagon?

Glucagon is het tegenovergestelde van insuline en zorgt er juist voor dat de glucosespiegel stijgt. Als de glucosespiegel te laag is dan gaan de alfa-cellen glucagon afgeven. De glucosespiegel daalt tijdens het vasten = ongeveer na twee á drie uur niets eten. De glucose die na het eten was opgenomen, is inmiddels gebruikt voor de verbranding en om voorraden aan te leggen en zit daardoor niet meer in het bloed. Wanneer je op dit moment niet gaat eten en daarmee het proces niet opnieuw kan plaatsvinden, ga je voorraden aanspreken en afbreken. Dat heet katabolisme. Glucagon speelt dus een rol in tijd van schaarste (de periodes tussen maaltijden) en dat zie je terug in de functies van dit hormoon:

  • Gebruiken van de glycogeenvoorraad uit de lever en spieren om weer losse glucose van te maken. Dit proces heet glycogenolyse;
  • Nieuw aanmaken van glucose in de lever. Dit heet gluconeogenese;
  • Afbreken van vetten naar vetzuren.


Het effect hiervan is dat de glucosespiegel stijgt en de homeostase weer is hersteld.

Wat doet somatostatine?

Somatostatine houdt toezicht op zowel insuline als glucagon door deze te remmen wanneer het nodig is.

Hoe werkt glucosemetabolisme?

Gedurende de dag worden de verschillende mechanismen gebruikt om de glucosespiegel te regelen. Dit is een onderdeel van ons metabolisme en wordt ook wel glucosemetabolisme genoemd. Laten we eens kijken naar hoe het eraan toe gaat bij de drie hoofdmaaltijden. (Zie ook onderstaande grafiek)

Direct na het eten stijgt je glucosespiegel; je eet immers glucose in de vorm van koolhydraten. Dit wordt door de darmen opgenomen en komt vervolgens via de lever in de bloedcirculatie terecht. Insuline zorgt ervoor dat er glucose wordt verbruikt én wordt opgeslagen, waardoor de glucosespiegel op den duur weer zal dalen. Om ervoor te zorgen dat deze niet te veel daalt, zal na een tijdje glucagon de overhand nemen. Die zal de opgeslagen glucose voorraad (glycogeen) gaan gebruiken om weer meer glucose in het bloed te krijgen. Dit heet glycogenolyse. Bij de volgende maaltijd begint dit hele proces weer opnieuw. 

Aan het einde van de nacht, wanneer je een lange periode van vasten hebt gehad, zie je dat je glycogeenvoorraad in je lever al redelijk op is. Daarom is er met name tijdens vasten een andere bron van glucose nodig: gluconeogenese. Deze nieuwvorming van glucose door de lever vult de tekorten aan, met name vóór het ontbijt. Overdag gebeurt dit hier en daar met wat extra’s.

GIF: Grafiek van glucosespiegel over de dag

Op de Juf Danielle Academie vind je de Diabetes Cursus met daarin 7 lessen over diabetes, zoals: de verschillen tussen type 1 en type 2 diabetes, medicatie bij diabetes, de lange termijn complicaties, en diabetische ketoacidose.

Belangrijke begrippen

Hieronder vind je een kort overzicht van de belangrijkste begrippen in deze blog:

  • Anabolisme = de functie van insuline in tijden van overvloed, wanneer het lichaam overgaat op bouwen, groeien en opslag
  • Katabolisme = wanneer je niet op tijd eet om glucagon opnieuw zijn werk te laten doen en voorraden gaat aanspreken en afbreken
  • Glycogeen = opgeslagen glucose in de lever en skeletspieren
  • Glycogenese = het proces waarbij glucose in de lever en skeletspieren wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen
  • Glycogenolyse = het proces waarbij weer losse glucose gemaakt wordt uit de voorraad glycogeen in de lever en skeletspieren
  • Gluconeogenese = er wordt uit vet nieuwe glucose aangemaakt in de lever

Zoeken:

Categorieën:

Categorieën

Youtube, Instagram, Facebook

Gratis download

Word lid van de

Juf Danielle Academie:

Leuk leren over het menselijk lichaam

Het online platform om te leren over anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie.

  • 300+ uitlegvideo’s
  • 2500+ oefenvragen
  • 1000+ flashcards
  • 300+ Actieve Samenvattingen
  • 8 anatomie kleurboeken


En elke week komt er meer bij!