Voortplantingsstelsel: de basis
Bij het voortplantingsstelsel draait het allemaal om de organen die nodig zijn bij seksualiteit en het maken van nieuw leven. De vrouwelijke en mannelijke anatomie van het voortplantingsstelsel verschilt aanzienlijk van elkaar.
Hoewel we het gaan hebben over ‘vrouwelijke anatomie’ en ‘mannelijke anatomie’ is het belangrijk om te begrijpen dat deze termen niet inclusief zijn voor iedereen. Je hoeft niet alle vrouwelijke organen te hebben om vrouw te zijn. En andersom hoef je niet alle mannelijke organen te hebben om man te zijn. Een vrouw waarbij ooit de baarmoeder chirurgisch is verwijderd is nog steeds een vrouw. En een transman met een baarmoeder is nog steeds een man. En intersekse personen worden geboren met lichamelijke kenmerken die niet makkelijk in ‘mannelijke’ of ‘vrouwelijke’ anatomie zijn in te delen. In deze les gaan we het voortplantingsstelsel in duiken, maar weet dus dat de variatie en diversiteit hierin bestaat.
Vrouwelijke anatomie
Met de vrouwelijke anatomie bedoelen we de borsten (mammae), de inwendige geslachtsorganen zoals eierstokken (ovaria), de eileiders, de baarmoeder (uterus) en de vagina. Maar ook de uitwendige geslachtsorganen, oftewel de vulva. De eierstokken zijn de organen die de eicellen bevatten. Tijdens de vruchtbare periode rijpt er door aansturing van de geslachtshormonen ongeveer elke maand één eicel uit, waarbij de eisprong plaatsvindt en een zwangerschap zou kunnen beginnen.
Als er op de juiste tijd en de juiste plek een spermacel aanwezig is – meestal in de eileider – dan kan er een bevruchting plaatsvinden. Het bevruchte eitje zal zich in de baarmoederwand nestelen en eerst een embryo worden, daarna een foetus en uiteindelijk een baby.
Als er geen spermacel aanwezig is dan zal er een menstruatie optreden en daarna zal het lichaam zich voorbereiden op de volgende rijping van een eicel en dus een nieuwe mogelijkheid om zwanger te worden.
Mannelijke anatomie
Met de mannelijke anatomie bedoelen we de zaadballen (testes of testikels), bijballen (epididymis), de zaadleiders, prostaat, zaadblaasjes en de penis. De zaadballen zijn de organen die spermacellen maken. Na een zaadlozing kunnen deze terechtkomen in de vagina en omhoog zwemmen naar de baarmoeder richting de eileiders. Spermacellen kunnen tot wel 48 uur of langer overleven. Als er in de tussentijd een eicel voorbijkomt dan kan dat het begin zijn van een zwangerschap.
Leer meer over het voortplantingsstelsel op de Juf Danielle Academie. En mocht je meer willen leren over inclusiviteit, volg dan de LHBTIQ+ cursus (ook te volgen op de Juf Danielle Academie!)
Belangrijkste begrippen
Hieronder vind je een kort overzicht van de belangrijkste begrippen in deze blog:
- Mammae = borsten
- Ovaria = eierstokken
- Uterus = baarmoeder
- Vulva = schaamspleet, de ingang tot de vagina
- Testes/testikels = zaadballen
- Epididymis = bijballen