Cel en Organellen
Tijdens de biologielessen op de middelbare school leer je al over de kleinste levende eenheid van een organisme: de cel. Maar waar bestaan cellen eigenlijk uit? En wat zijn organellen? In deze blog leggen we je het uit!
De cel
Een cel bestaat uit een plasmamembraan met daarin verschillende organellen. Organellen zijn kleine orgaantjes met allemaal een eigen functie. We hebben organellen zoals de celkern (nucleus), mitochondriën, ribosomen, het endoplasmatisch reticulum, het golgi apparaat, lysosomen en het cytoskelet. De cel is gevuld met een vloeistof die cytoplasma heet.
Het plasmamembraan
Het plasmamembraan bestaat uit twee lagen met fosfolipiden. Dat is een vettige stof en zorgt zo voor een waterafstotende barrière tussen de cel en de buitenwereld. Verder steken er eiwitten door dat membraan heen, waarvan heel veel verschillende soorten bestaan, maar veelal hebben ze de functie van het aangeven dat de cel lichaamseigen is (immunologische identiteit), wat belangrijk is voor het afweersysteem. Verder hebben we receptoren die berichtjes kunnen herkennen, enzymen die een chemische reactie kunnen versnellen en transporteiwitten die stoffen door het membraan kunnen vervoeren.
Celorganellen en hun functie
- De celkern is waar het genetisch materiaal ligt opgeslagen in de vorm van DNA.
- Mitochondriën zijn de energiefabriekjes van de cel. Hier wordt namelijk het stofje ATP gemaakt, de brandstof van het lichaam.
- Ribosomen maken eiwitten. Een kopie van het DNA, genaamd RNA, gebruiken ze als recept om losse aminozuren aan elkaar te knopen tot een eiwit.
- Het endoplasmatisch reticulum bestaat uit twee delen: het glad endoplasmatisch reticulum en het ruw endoplasmatisch reticulum.
- Het glad endoplasmatisch reticulum maakt lipiden, onder andere fosfolipiden voor het plasmamembraan en steroïde hormonen zoals testosteron. En afhankelijk van het type cel kan het ook nog heel specifieke acties uitvoeren, zoals alcohol afbreken en calcium (CA2+) opslaan.
- Het ruw endoplasmatisch reticulum zorgt voor het transport van eiwitten die bestemd zijn voor buiten de cel. Alles wordt verzameld en via transportblaasjes richting het golgi apparaat gestuurd.
- Het golgi apparaat krijgt pakketjes met eiwitten van het ruw endoplasmatisch reticulum. Hier worden ze verpakt in blaasjes die we de secretoire granula noemen. Ze worden in de voorraadkast gezet en wanneer het nodig is smelten de blaasjes samen met het plasmamembraan en komt de inhoud via exocytose vrij buiten de cel. Ook maakt het golgi apparaat lysosomen, een type blaasje waarin eiwitten zitten die grote moleculen opbreken. Lysosomen zien we dan ook veel in onze afweercellen, zodat de eiwitten de bacteriën kapot kunnen maken.
- Het cytoskelet is een netwerk van kleine vezels die zorgen voor de vorm van een cel, het bewegen van de hele cel en het bewegen van organellen binnen de cel.
Bekijk de gehele celorganellen serie waarbij elk celorganel apart besproken wordt. Meld je aan via de Juf Danielle Academie:
Belangrijkste begrippen
Hieronder vind je een kort overzicht van de belangrijkste begrippen in deze blog:
- Nucleus = celkern
- RNA = kopie van DNA
- Exocytose = de uit- of afscheiding van stoffen uit de cel door middel van blaasjes die met het celmembraan versmelten