Bloeddruk, RAAS en hypertensie

Leestijd: 10 minuten / Kijktijd: 9 minuten

Bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de vaatwand en wordt vaak aangegeven met RR (oftewel Riva-Rocci). Door deze druk wordt ervoor gezorgd dat het bloed naar het hele lichaam stroomt. Wanneer er sprake is van een te hoge bloeddruk (hypertensie) of een te lage bloeddruk (hypotensie) dan heeft het lichaam verschillende mechanismen om dit op te lossen. Hierbij komt onder andere het RAAS-systeem om de hoek kijken. 

Als verpleegkundige zal je regelmatig de bloeddruk van een patiënt meten en moeten anticiperen op een afwijkende waarde.

We onderscheiden de systolische bloeddruk en de diastolische bloeddruk. Met de systolische bloeddruk trekt het hart samen, waarbij de druk op zijn hoogst is. Als het hart ontspant dan daalt de bloeddruk naar het laagste punt, de diastolische bloeddruk. De ideale bloeddruk voor een volwassene is 120/80 mmHg. Een bloeddruk boven de 140/90 mmHg noemen we hypertensie = een te hoge bloeddruk. Hypotensie heeft meerdere definities, maar in deze video gaan we uit van de definitie: Een bloeddruk van 90/60 mmHg = een te lage bloeddruk. 

De basis van de bloeddruk is dat het een combinatie is van:

Zoals op de afbeelding is te zien, is de bloeddruk een combinatie van:

  • De perifere weerstand, welke met name te maken heeft met de diameter van de bloedvaten. Dit komt je misschien wel bekend voor door de termen vasoconstrictie en vasodilatatie.
  • En de cardiac output, ook wel het hartminuutvolume genoemd; de hoeveelheid bloed die het hart per minuut wegpompt.
    • De cardiac output kun je berekenen door: de hartslagfrequentie in slagen per minuut te vermenigvuldigen met het slagvolume (oftewel de hoeveelheid bloed dat het hart uit pompt per hartslag).
    • Het slagvolume bereken je door het verschil te nemen tussen het einddiastolisch volume en het eindsystolisch volume.
      • Het einddiastolisch volume is het volume na het rustmoment van het hart, dus na het vullen van de ventrikels en net vóór de hartslag.
      • Het eindsystolisch volume is het volume na de samentrekking van het hart, dus net ná de hartslag.

Hoe regelt het zenuwstelsel de bloedruk?

In het lichaam hebben we drie regelmechanismen om een lage bloeddruk te verhogen, namelijk het zenuwstelsel in samenwerking met de bloedvaten (het snelle systeem) en de hersenen en de nieren (de langzame systemen). 

Het zenuwstelsel regelt in samenwerking met de bloedvaten de bloeddruk door middel van baroreceptoren. Dit betekent letterlijk druk receptoren. Bij een te lage bloeddruk wordt de sympathicus, onderdeel van het autonoom zenuwstelsel, aangezet. Hierdoor gaat de hartfrequentie omhoog. De verhoging van de hartfrequentie zorgt voor een hogere cardiac output en daarmee een stijging van de bloeddruk. Ook zorgt de sympathicus voor vasoconstrictie, waardoor de diameter van de bloedvaten kleiner wordt, de perifere weerstand omhoog gaat en de bloeddruk stijgt.

Hoe regelen de hersenen de bloeddruk?

De hersenen kunnen de bloeddruk regelen vanuit de hypofyse. Hier worden hormonen gemaakt, waaronder ADH; het antidiuretisch hormoon. Dit betekent letterlijk het ‘anti-plas hormoon’. Hierdoor ga je vocht vasthouden, waardoor het bloedvolume stijgt. Dit zorgt er op zijn beurt weer voor dat het einddiastolisch volume stijgt, waardoor de bloeddruk stijgt.

Hoe regelen de nieren de bloeddruk?

De nieren kunnen op twee manieren meten hoe het staat met de bloeddruk. In de kleine bloedvaatjes richting de nieren, de afferente arteriolen, zitten baroreceptoren die de druk kunnen meten. Ook zal er door een verminderde bloeddruk minder vocht naar buiten worden geperst en dus wordt er minder voorurine gemaakt. Beiden zorgen ervoor dat de nier renine gaat uitscheiden.

En zo komen we aan bij het RAAS-systeem. Renine is het eerste stofje uit het systeem. RAAS staat namelijk voor renine angiotensine aldosteron systeem. Renine zet angiotensinogeen om in angiotensine 1. In de longen wordt angiotensine 1 omgezet in angiotensine 2 door het stofje ACE. Angiotensine 2 heeft drie functies:

  1. Het zorgt voor vasoconstrictie, waardoor de diameter van de bloedvaten kleiner wordt, de perifere weerstand stijgt en dus ook door de bloeddruk stijgt.
  2. Het zorgt voor de uitscheiding van aldosteron in de bijnieren. Aldosteron haalt natrium terug uit de voorurine, waardoor er meer natrium in het lichaam blijft. Waar natrium gaat, gaat water (osmose) en dus zal water mee teruggaan het lichaam in. Hierdoor is er meer bloedvolume, stijgt het einddiastolisch volume, het slagvolume, de cardiac output en daarmee ook de bloeddruk.
  3. Het zorgt voor een dorstprikkel, waardoor je meer gaat drinken en daarmee het bloedvolume en de bloeddruk stijgt.

Hoe kan de bloeddruk worden verlaagd?

Om een hoge bloeddruk te verlagen hebben we maar één route, namelijk via de natriuretische peptiden, waarvan atriaal natriuretisch peptide (ANP) de belangrijkste is. 

  • Als er door een hoge bloeddruk extra druk op het hart staat rekken de volume receptoren uit, waardoor ANP wordt afgegeven. Dit leidt tot het extra uitplassen van natrium. Waar natrium gaat, gaat water en dus verliest het lichaam hiermee ook water. Het bloedvolume neemt af en daarmee daalt de bloeddruk. ANP vermindert ook het dorstgevoel, waardoor je minder gaat drinken. 
  • Tevens remt het de afgifte van bloeddrukverhogende hormonen zoals ADH en aldosteron, waar we het eerder over hadden. 
  • Ook zorgt het voor vasodilatatie, waardoor de diameter van de bloedvaten toeneemt, de perifere weerstand daalt en dus ook de bloeddruk daalt.

Zo heeft het lichaam dus meerdere opties om de bloeddruk te regelen. Als hier iets in misgaat, dan is er sprake van hypo- of hypertensie. Hypotensie kan erg vervelend zijn: het zijn de sterretjes die je ziet als je te snel opstaat en je kan erdoor flauwvallen. Maar het kan ook veel ernstiger zijn: hypotensie in het kader van shock. Shock is een levensbedreigende aandoening waarbij er te weinig circulerend volume is waardoor organen niet voldoende bloed krijgen.

Wat zijn de symptomen van hypertensie?

Hypertensie geeft vaak geen symptomen en wordt daarom een sluipmoordenaar genoemd. Het kan leiden tot cardiovasculaire ziekten zoals hartfalen of een hersen- of hartinfarct. Klachten zoals hoofdpijn, wazig zien en benauwdheid zien we pas bij een extreem hoge bloeddruk zoals bij een hypertensieve crisis, waarbij organen zoals je hersenen, ogen, hart en nieren kunnen worden beschadigd.

Welke soorten hypertensie kennen we?

Hypertensie is in 90% van de gevallen een essentiële hypertensie of ook wel primaire hypertensie of idiopathische hypertensie genoemd. Hierbij is geen directe oorzaak aan te wijzen, behoudens een samenkomst van risicofactoren zoals leeftijd, geslacht, stress, overgewicht, roken en zitten.

In 10% van de gevallen gaat het om een secundaire hypertensie, waarbij wel een oorzaak is aan te wijzen. Meestal is deze secundaire oorzaak te vinden in het kader van andere ziekten, zoals nierarteriestenose of een feochromocytoom.

Wat is de behandeling van hypertensie?

De belangrijkste behandeling van hypertensie is leefstijladvies: stoppen met roken, voldoende bewegen, gezond eten, minderen met alcohol, afvallen en het aanpakken van stress.

Daarnaast kunnen we ook bijspringen met medicatie. Die medicijnen noemen we antihypertensiva. Deze grijpen in op de regelmechanismen waar we het in deze blog over hebben gehad. Hierdoor zullen de normale mechanismen om de bloeddruk te verhogen worden onderbroken, waardoor de bloeddruk zich normaliseert.

  • Als we kijken naar het schema dan kunnen we het RAAS-systeem remmen door het stofje ACE te remmen met ACE-remmers zoals lisinopril en enalapril. Hierdoor wordt angiotensine 1 niet omgezet naar angiotensine 2, waardoor het verdere verloop van het RAAS-systeem stopt en de bloeddruk niet meer zal dalen. 
  • Angiotensine-2-antagonisten zoals candesartan en irbesartan. 
  • Diuretica zoals hydrochloorthiazide, furosemide en spironolacton zorgen voor meer urineproductie. Daarom worden ze ook nog wel eens plaspillen genoemd. Ook zijn er typen diuretica die ADH remmen.
  • De sympathicus kunnen we remmen met bètablokkers zoals metoprolol en propranolol. 
  • Vasoconstrictie kunnen we remmen met calciumkanaalblokkers zoals amlodipine en nifedipine én alfa-adreno-receptor blokkers zoals doxazosine.

In samenwerking met E-nusing.nl heeft Juf Danielle een Bloeddruk Cursus gemaakt, met video’s over de anatomie, fysiologie en pathologie van de bloeddruk. Alle academieleden hebben toegang tot deze cursus. 

Belangrijkste begrippen

Hieronder vind je een kort overzicht van de belangrijkste begrippen in deze blog:

  • Hypotensie = een bloeddruk  van 90/60 of lager
  • Hypertensie = een bloeddruk van 140/90 of hoger
  • Systolische bloeddruk = de hoogste bloeddruk bij de samentrekking van het hart
  • Diastolische bloeddruk = de laagste bloeddruk bij de ontspanning van het hart
  • Cardiac output = het hartminuutvolume, de hoeveelheid bloed die het hart per minuut weg pompt
  • Slagvolume = de hoeveelheid bloed die het hart uit pompt per hartslag
  • ADH = anti-diuretisch hormoon
  • RAAS-systeem = renine angiotensine aldosteron systeem
  • ANP = atriaal natriuretisch peptide

Zoeken:

Categorieën:

Categorieën

Youtube, Instagram, Facebook

Gratis download

Word lid van de

Juf Danielle Academie:

Leuk leren over het menselijk lichaam

Het online platform om te leren over anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie.

  • 300+ uitlegvideo’s
  • 2500+ oefenvragen
  • 1000+ flashcards
  • 300+ Actieve Samenvattingen
  • 8 anatomie kleurboeken


En elke week komt er meer bij!