Delier vs Dementie
Leestijd: 7 minuten / Kijktijd: 7 minuten
Delier en dementie zijn beide cognitieve stoornissen die in ieder branche binnen de zorg veel voorkomen. In deze blog gaan we het hebben over de overeenkomsten en verschillen en dus hoe je ze van elkaar kan onderscheiden.
De definitie van een cognitieve stoornis is het onvermogen om informatie normaal te verwerven, behouden en gebruiken. Onze cognitieve vaardigheden zijn functies zoals waarneming, aandacht, concentratie, geheugen, oriëntatie, taalgebruik en -vaardigheden. Denk bij cognitieve stoornissen dus aan vergeetachtigheid, verminderd probleemoplossend vermogen, verstoord dag-nacht ritme, verdwalen, verminderde persoonlijke verzorging en apathie.
Delier
Laten we beginnen met delier. Een delier is een aandacht- en bewustzijnsstoornis met een acuut begin van uren tot dagen, waarbij de ernst van de symptomen kan fluctueren. Meestal wordt in de avond of nacht een verergering gezien.
We kennen twee varianten van delier:
- Een hyperactieve vorm, waarbij motorische onrust, agitatie en rusteloosheid voorop staan;
- Een hypoactieve vorm, die ook wel stil delier wordt genoemd, waarbij juist bewegingsarmoede, verminderde aandacht en interactie en apathie gezien wordt;
- Afwisselend hyper- en hypoactief delier noemen we de gemengde vorm.
Een delier wordt veroorzaakt door een onderliggende aandoening, dus daar wordt altijd naar gezocht. Verder zijn risicofactoren het hebben van een andere cognitieve stoornis zoals dementie, het hebben van een fractuur of infectie, het hebben van visus- of gehoorstoornissen, het opgenomen zijn in een ziekenhuis en van kamer wisselen binnen het ziekenhuis.
De beste behandeling van een delier is het behandelen van de onderliggende oorzaak. Verder kunnen we de patiënt ondersteunen door de (ziekenhuis)omgeving zo vertrouwd mogelijk te maken met een klok, kalender, foto’s van familie en vrienden en vragen of bekenden langskomen en de patiënt gezelschap en vertrouwdheid kunnen bieden. Verder helpt het om de omgeving zo rustig en kalm mogelijk te maken en door de patiënt vriendelijk en met korte duidelijke zinnen toe te spreken. En help de patiënt met oriëntatie in tijd en plaats.
Soms zijn deze maatregelen niet genoeg en dan kunnen we nog medicatie geven, zoals haloperidol oftewel haldol. Dat is een antipsychoticum. Toch zijn we terughoudend om dit voor te schrijven, omdat het – zoals bij iedere geneesmiddel – bijwerkingen kan hebben en zo bijvoorbeeld de onrust en verwardheid kan verergeren. Of het kan het onderliggende probleem maskeren, waardoor de behandeling moeilijker wordt.
Verder is het belangrijk om complicaties van een delier te voorkomen, zoals ondervoeding, dehydratie, vallen, urineretentie en decubitus (doorligwonden).
Dementie
Dan gaan we door naar dementie. Dementie is een progressieve afname van het cognitief functioneren, waarbij geheugen, denkvermogen, beoordelingsvermogen en leervermogen aangetast raken. Dat is een geleidelijk proces over de duur van jaren.
Er zijn verschillende vormen van dementie, waarvan de bekendste de ziekte van Alzheimer is. Andere veelvoorkomende soorten zijn Lewy-Body dementie en vasculaire dementie door beschadiging van de hersenen na CVA’s. Bij Alzheimer en Lewy-Body dementie zien we over de jaren een geleidelijk maar progressieve achteruitgang. Bij vasculaire dementie gaat het meer met sprongetjes achteruit, steeds na ieder nieuw CVA. Ook kunnen de symptomen van dementie verergeren wanneer patiënten in een nieuwe omgeving terechtkomen, bijvoorbeeld bij ziekenhuisopnames.
Dementie kan op jonge leeftijd ontstaan, maar het is vooral een ziekte van de oudere leeftijd. Vaak begint het met achteruitgang van het korte termijn geheugen, zoals in een gesprek meerdere keren hetzelfde vertellen. Naarmate de dementie ernstiger wordt, wordt het besef van tijd minder en kunnen patiënt plaatsen, voorwerpen en mensen steeds minder goed herkennen. Ook kan het gedrag veranderen, omdat de zelfbeheersing afneemt en kunnen ze complexere handelingen niet meer goed uitvoeren. Dat noemen we ook wel apraxie. Ongeveer 10% van de patiënten met dementie heeft ook symptomen van een psychose, meestal zijn dat paranoïde wanen.
We hebben nog geen curatieve behandeling voor dementie. Behandeling bestaat vooral uit ondersteuning, zoals het aanpassen van de omgeving met structuur en routine en soms geneesmiddelen die de symptomen tijdelijk kunnen verbeteren. Denk dan bijvoorbeeld aan rivastigmine.
Dementie én delier
Mensen met dementie hebben een groter risico op delier, gezien ze al een cognitieve stoornis hebben. Pijn, dyspnoe, urineretentie en obstipatie kunnen al snel leiden tot een delier, waarbij dus bovenop hun dementie klachten ook een snel toenemende verwardheid kan worden gezien. Dit wordt dan behandeld als een delier, waarna de patiënt in de meeste gevallen terugkeert op het niveau van vóór het delier.
Overeenkomsten en verschillen
Delier en dementie hebben overeenkomsten maar ook verschillen. Overeenkomsten zijn dan het allebei een cognitieve stoornis is waarbij de oriëntatie verstoord kan zijn, net als het dag-nacht ritme, korte termijn geheugen en ook kan bij beide hallucinaties en/of wanen voorkomen. Alhoewel dat vaker wordt gezien bij delier dan bij dementie.
Onderscheid kan met name gemaakt worden op tijd en verloop.
- Een delier ontstaat acuut in uren tot dagen, terwijl dementie geleidelijk ontstaat in minstens maanden maar meestal jaren;
- Bij delier fluctueren de symptomen op de dag, wat bij dementie constant aanwezig is;
- Bij delier is er een gedaald bewustzijn en verminderde concentratie, bij dementie is bewustzijn normaal en pas in een laat stadium van de ziekte aangetast;
- Spraak is bij delier vaak onsamenhangend, langzaam of juist versneld. Bij dementie zie je meer dat mensen moeite hebben met het vinden van woorden maar dat de zinnen wel goed te volgen zijn;
- Bij delier worden vaak hallucinaties en/of wanen gezien, meestal visuele hallucinaties. Bij dementie is er vaak geen psychose, maar soms paranoïde wanen;
- Een delier wordt behandeld door de onderliggende oorzaak weg te nemen, terwijl er voor dementie geen curatieve behandeling is.
Belangrijkste begrippen
Hieronder vind je een kort overzicht van de belangrijkste begrippen in deze blog:
- Apathie = ongevoeligheid
- Agitatie = onrust
- Decubitus = doorligwonden
- CVA = cardiovasculair accident, herseninfarct
- Apraxie = onvermogen om doelbewuste handelingen te verrichten
- Curatief = gericht op genezing