Mazelen

Mazelen is een virusinfectie die een kenmerkende huiduitslag heeft. Verder is het één van de meest besmettelijke infectieziekten die we kennen en de gevolgen van de ziekte kunnen zeer ernstig zijn. Helaas is het ons niet gelukt om mazelen in 2020 uit te roeien en daarom is het belangrijk om als zorgmedewerker te weten wat deze ziekte inhoudt en wat jij kunt doen om je steentje bij te dragen aan het voorkomen en uitroeien ervan.

Hoe werkt het mazelenvirus?

Het mazelenvirus is een enkelstrengs RNA-virus dat zich aerogeen verspreidt, oftewel via de lucht. Nadat iemand met mazelen gehoest of genist heeft, zit het virus in de lucht en kan zo – in de lucht of op een oppervlak – zeker twee uur overleven. Als er vervolgens iemand in diezelfde ruimte komt die niet immuun is voor deze ziekte, is er maar liefst 90% kans dat die persoon ook ziek wordt.

Het virus komt binnen via de bovenste luchtwegen en gaat daar de cellen van het epitheel binnendringen. Op het virus zitten namelijk receptoren waarmee ze zich aan cellen kunnen vasthechten. Deze receptoren noemen we hemagglutinine en kunnen binden aan CD46, wat op elke lichaamscel zit die een celkern heeft. De meerderheid van onze lichaamscellen dus. Zo komt het makkelijk binnen in de cel terecht. 

Eenmaal in de cel gaat het virus zich vermeerderen: alle onderdelen van het virus worden gemaakt en uitgescheiden door de cel, waardoor het meer cellen kan infecteren. De andere receptor waar het virus aan kan binden heet SLAM, een molecuul op witte bloedcellen. Hierdoor kan het dus ook de spelers van het afweersysteem infecteren en dat begint in de dichtstbijzijnde lymfeknoop.

Vanuit hier gaat het naar het bloed toe en komt het dus in ons hele lichaam terecht. Vanuit daar kan het allerlei soorten weefsels gaan aanvallen, zoals de binnenkant van onze bloedvaten, de conjunctiva van het oog, de rest van de luchtwegen, het lymfestelsel, maag-darmkanaal en het centraal zenuwstelsel. 

Mazelen symptomen

De incubatietijd, oftewel de tijd tussen de blootstelling aan het virus en het begin van de kenmerkende huiduitslag (exantheem), is gemiddeld 14 dagen. Ongeveer drie dagen vóór de huiduitslag begin je ziek te worden, wat we de prodromale fase noemen. Hierbij kan sprake zijn van toenemende koorts naar hoger dan 39 graden, hoesten, neusverkoudheid en soms een oogontsteking. Aan het einde van de prodromale fase kun je op het mondslijmvlies typische witte vlekjes zien, die we Koplikse vlekjes noemen. Dit is pathognomonisch voor mazelen, want betekent dat als je dit ziet je zeker weet dat het mazelen zijn, omdat dit symptoom bij geen enkele andere ziekte voorkomt.

Daarna ontstaat het exantheem, oftewel de rode vlekjes. Dit begint achter het oor en gaat dan via de haargrens verder naar beneden, totdat je ongeveer drie dagen later van top tot teen onder zit. Het zijn grove vlekjes die ruw aanvoelen, als schuurpapier. Deze fase duurt ongeveer 7 tot 10 dagen, waarna de vlekken wegtrekken.

Vervolgens duurt het nog 1 tot 2 weken om te herstellen. De hoest is meestal het laatste dat verdwijnt. 

Je bent besmettelijk vier dagen voordat het exantheem ontstaat tot en met vier dagen nadat het exantheem is ontstaan. 

Mazelen complicaties

De complicaties van mazelen kunnen gerelateerd zijn aan het mazelenvirus zelf of aan het feit dat het zich vermenigvuldigt in het afweersysteem, waardoor tot zes weken na de infectie je afweer onderdrukt is. Dit noemen we ook wel immunosuppressie. In die tijd is het lichaam minder goed beschermd tegen andere verwekkers en dan met name bacteriën. Dit noemen we dan bacteriële superinfecties. 

Complicatie die in de luchtwegen kunnen optreden en 5 tot 10% van de patiënt zal oplopen zijn:

  • Otitis media, oftewel een middenoorontsteking.
  • Ontstekingen van de luchtwegen, zoals laryngitis, tracheïtis en bronchiolitis. 
  • Pneumonie, welke wordt veroorzaakt door het mazelenvirus zelf of door een bacteriële superinfectie. Hier krijgt 1 tot 5 % van de mazelen patiënten last van en dat is ook waar de meeste overlijdens door mazelen vandaan komen, vooral bij heel jonge kinderen onder de 1 jaar.
  • Encephalitis (hersenontsteking) is een ernstige complicatie die gelukkig minder vaak voorkomt, namelijk bij 1 op 1000 mazelen patiënten. Hier kennen we echter meerdere vormen van:
  • Mazelenencephalitis, de hersenontsteking die direct wordt veroorzaakt door het mazelenvirus.
  • Acute postinfectieuze encephalitis door het tijdelijk zwakkere afweersysteem.
  • Subacute scleroserende panencephalitis (SSPE). Deze komt bij 0,01% van de mazelen patiënten voor en is dus erg zeldzaam. Maar het is wel zeer ernstig, want het is eigenlijk altijd dodelijk. Dit krijg je in de maanden tot jaren – gemiddeld 7 jaar – nadat je de mazelen hebt gehad. En vaak hebben we het dan over kinderen die hieraan overlijden op kinder- of tienerleeftijd. 

Diagnose mazelen

Mazelen wordt vaak herkend aan het klinisch beeld. Ter bevestiging wordt er bloed afgenomen, waarbij je het bloed test op IgM antistoffen tegen het mazelenvirus.

Behandeling mazelen

Er is geen behandeling voor het mazelenvirus. Wat we wel kunnen doen is de symptomen verlichten, zoals de koorts bestrijden en dehydratie voorkomen. Als er sprake is van een bacteriële superinfectie dan wordt er gestart met antibiotica. Als er een vitamine-A-tekort is, dan is het nuttig om dit extra bij te geven, omdat het één van de risicofactoren is op een ernstiger beloop. Maar in Nederland komt een vitamine-A-deficiëntie nauwelijks voor. 

Wat zijn de risicogroepen voor mazelen?

De volgende doelgroepen hebben een grotere kans op het krijgen van mazelen:

  • Kinderen van 6 tot 14 maanden die hun eerste BMR-vaccinatie nog niet hebben gehad.
  • Mensen die, met name op kinderleeftijd, om welke reden dan ook niet gevaccineerd zijn.
  • Mensen die, met name op kinderleeftijd, niet gevaccineerd zijn en reizen naar landen waar een epidemie is of waar de ziekte vaak voorkomt, in de gezondheidszorg werken of op scholen/kinderdagverblijven werken. Dit geldt met name als zij zich bevinden op plekken waar andere mensen ook niet gevaccineerd zijn. 

De risicogroepen om complicaties te krijgen en/of te overlijden aan mazelen zijn:

  • Kinderen onder de 1 jaar en dan met name pasgeborenen van moeder zonder antistoffen. Moeder heeft de ziekte niet gehad en is niet gevaccineerd.
  • Ouderen.
  • Mensen met een onderdrukt immuunsysteem, zoals mensen met kanker of HIV. De mortaliteit hierbij is 40 tot 70%.
  • Zwangeren, waarbij het kan leiden tot spontane abortus of vroeggeboorte.
  • Kinderen met vitamine-A-deficiëntie. Dit is één van de redenen dat deze ziekte zo dodelijk is in ontwikkelingslanden (mortaliteit 5 tot 10%). Tevens heb je hierbij een verhoogd risico om blind te worden.

Dan hebben we nog de risicogroepen voor het doorgeven van het mazelenvirus aan anderen:

  • Ongevaccineerde mensen die werken met risicogroepen. Denk hierbij aan medewerkers van kinderafdelingen van een ziekenhuis, verloskunde, oncologie, de kinderopvang en consultatiebureaus. 

Hoe kan je mazelen voorkomen?

Er zijn meerdere manieren waarop je immuun kan zijn tegen het mazelenvirus:

  • Baby’s krijgen via de placenta antistoffen van de moeder, wat ze beschermt in de eerste maanden van hun leven. Dit werkt echter alleen als moeder antistoffen heeft, oftewel als ze de ziekte zelf heeft gehad of is gevaccineerd. Anders zijn er geen antistoffen aanwezig die doorgegeven kunnen worden. 
  • Als je de ziekte hebt doorgemaakt heb je levenslange bescherming tegen het virus, omdat de geheugencellen van je afweersysteem iedere keer als ze het virus tegenkomen opnieuw in actie zullen komen.
  • De vaccinatie tegen de mazelen, oftewel de actieve immunisatie. In Nederland wordt die gegeven in de BMR-vaccinatie. Deze bestaat uit bof, mazelen en rode hond. Op de leeftijd van 14 maanden krijgt een kind deze vaccinatie volgens het Rijksvaccinatieprogramma en nog een keer op 9-jarige leeftijd. Het vaccin is veilig, goedkoop en goed verkrijgbaar. 
  • Passieve immunisatie wordt eigenlijk nooit toegepast bij het mazelenvirus, maar het kan wel.

Uitbraak van mazelen

Vóór de invoering van het mazelenvaccin maakte vrijwel iedereen de ziekte door vóór de basisschoolleeftijd, waarbij er ongeveer om het jaar een grote landelijke epidemie was. In de jaren 30 van de twintigste eeuw stierven ongeveer 200 tot 300 mensen per jaar aan mazelen. Dat is gedurende de tijd afgenomen tot 15 sterfgevallen in 1970.

In 1976 is de vaccinatie tegen mazelen ingevoerd, waarna de sterftecijfers al snel daalden tot 0, met af en toe een epidemie met één of twee sterfgevallen. Op dit moment zitten we in Nederland op een vaccinatiegraad van 93%. Dat is lager dan nodig is om epidemieën te voorkomen. Daar is namelijk 95% voor nodig, dus we hebben in de tussentijd nog een aantal van deze epidemieën voorbij zien komen. Dit was met name onder de mensen die niet gevaccineerd waren en de laatste was in 2013-2014 bij ongevaccineerde schoolkinderen. Aan de directe gevolgen van de ziekte is toen één meisje overleden. Onlangs is er aan de late gevolgen (SSPE) nog een kind overleden dat in verband wordt gebracht met diezelfde mazelenepidemie.

Er werd gehoopt om in 2020 mazelen in Europa helemaal uit te roeien, maar door de dalende vaccinatiegraad zijn we daar nog lang niet. Ook in Nederland kennen we nog met enige regelmaat een epidemie van het mazelenvirus. 

Mazelen vaccinatie

De meeste ouders die ervoor kiezen om hun kinderen niet te laten vaccineren doen dat uit liefde voor hen. De juiste intentie dus! Maar helaas speelt misinformatie een grote rol in de overweging, terwijl deze ziekte serieuze consequenties kan hebben voor de persoon die het krijgt, evenals dat van andere ongevaccineerde kinderen (BMR vaccinatie wordt vanaf 14 maanden oud gegeven) en immuungecompromitteerde mensen in de omgeving.

Laten we vooral samenwerken om deze ziekte uit te roeien, zodat geen enkel kind meer hoeft te overlijden aan deze ziekte die te voorkomen is. Dat lukt ons alleen met een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad. 

Heb je vragen over vaccineren? Stel deze dan aan je huisarts, de arts van het consultatiebureau of de GGD.

Mazelen is 1 van de aandoeningen die aan een opmars bezig is. De vaccinatiegraad daalt, waardoor we het ziektebeeld vaker zullen zien. Leer over vaccinaties, en de ziektebeelden (denk aan kinkhoest, difterie en polio) die we ermee proberen te voorkomen in de Juf Danielle Academie:

Belangrijkste begrippen

Hieronder vind je een kort overzicht van de belangrijkste begrippen in deze blog:

  • Aerogeen = wat zich via de lucht verplaatst
  • Incubatietijd = de tijd tussen de besmetting en de eerste ziekteverschijnselen
  • Exantheem = huiduitslag
  • Prodromale fase = de fase vóór het daadwerkelijk uitbreken van een ziekte waarin iemand al vaak niet lekker is
  • Koplikse vlekjes = kleine witte vlekjes op het mondslijmvlies
  • Pathognomonisch = kenmerkend voor een bepaalde ziekte
  • Immunosuppressie = onderdrukt immuunsysteem
  • Otitis media = middenoorontsteking
  • Laryngitis = ontsteking van het strottenhoofd
  • Tracheïtis = ontsteking van de luchtpijp
  • Bronchiolitis = ontsteking van de bronchiolen
  • Pneumonie = longontsteking
  • Encephalitis = hersenontsteking

Zoeken:

Categorieën:

Categorieën

Youtube, Instagram, Facebook

Gratis download

Word lid van de

Juf Danielle Academie:

Leuk leren over het menselijk lichaam

Het online platform om te leren over anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie.

  • 300+ uitlegvideo’s
  • 2500+ oefenvragen
  • 1000+ flashcards
  • 300+ Actieve Samenvattingen
  • 8 anatomie kleurboeken


En elke week komt er meer bij!